Antilichamen
Antilichamen worden ook wel antistoffen of immuunglobulinen genoemd. Dit zijn eiwitten die door B cellen worden gemaakt en twee verschillende kanten hebben. De ene kant (de ‘kop’) is heel specifiek gericht tegen het bijbehorende molecuul, dat het antigen wordt genoemd.
De andere kant (de ‘staart’) bindt aan een groep herkenningsmoleculen die voorkomen op allerlei afweercellen.
Antigenen kunnen voorkomen op ziektekiemen. Door via de ‘kop’ te binden aan het antigen op de ziekteverwekker en via de ‘staart’ aan de herkenningsmoleculen op de afweercellen, vormen antilichamen als het ware een brug. Hierdoor wordt de afweercel geactiveerd en de ziektekiem opgeruimd. Bij auto-immuunziekten worden er antilichamen gemaakt tegen antigenen die op onze eigen organen zitten. In dit geval vormen antilichamen helaas een brug met ons eigen weefsel waardoor dit wordt aangevallen door ons eigen afweersysteem.
Antilichamen zitten in moedermelk. Ook worden antilichamen geïsoleerd uit bloed van gezonde vrijwilligers zodat ze als behandeling kunnen worden gegeven aan patiënten die zelf te weinig antilichamen maken. Dit wordt intraveneuze immuunglobulinen genoemd (IVIG). Tenslotte worden tegenwoordig ook antilichamen in het laboratorium gemaakt als behandeling. Omdat deze geneesmiddelen zijn afgeleid van biologische moleculen, behoren ze tot de biologicals.
Dutch Society for Immunology (NVVI)
Meibergdreef 15 - Location AMC - L3-109
1105 AZ Amsterdam - The Netherlands
E-mail: