Griepvaccins bevatten kleine stukjes van verschillende griepvirussen en zijn bedoeld om te voorkomen dat mensen griep (of influenza) krijgen. Dit lukt helaas niet altijd omdat er heel veel verschillende griepvarianten zijn, maar ook omdat griepvirussen continue muteren om zichzelf te veranderen. Omdat vaccins heel specifiek zijn, beschermen ze niet altijd tegen een veranderd griepvirus. Daarom moeten er elk jaar nieuwe griepvaccins worden ontwikkeld. In het begin van het jaar probeert de Wereldgezondheidsorganisatie zo goed mogelijk te voorspellen van welke griepvariant we in de opvolgende winter het meeste last zullen gaan krijgen, maar in een half jaar tijd kan veel gebeuren. Als het griepvirus zich in de tussentijd muteert, zijn de vaccins die in oktober worden gegeven niet meer volledig beschermend. Daarom is het moeilijker om tegen griep te vaccineren, dan tegen een ziekteverwekker die niet zo veranderlijk is.